Deze zomer trokken we er weer op uit met de camper, dit keer richting Zweden. Voor ons hét land van uitgestrekte bossen, stille meren en dat heerlijk rustgevende Scandinavische gevoel. En zoals altijd: een vleugje avontuur.

We begonnen onze trip met twee overzetboten: eerst van Puttgarden naar Rødby en daarna van Helsingør naar Helsingborg. Anderhalve dag onderweg en hop, we stonden in Zweden voor onze allereerste stop. Het leuke? We plannen onze overnachtingen eigenlijk zelden op voorhand. Via de app Park4Night zoeken we onderweg unieke plekjes uit. Een aanrader, want zo kom je op hele onverwachte plaatsen. Zelf schrijf ik in de app ook altijd een review over deze plekken , want eerlijk: ik lees ze ook allemaal.

Voorbereiding hadden we amper. Wat wél al vastlag: een paar dagen in het midden van de reis op Camp Grinsby, een verblijf dat we eigenlijk al twee jaar eerder geboekt hadden. Verder lieten we ons leiden door wat we onderweg tegenkwamen.

Onze partner in crime op deze reis? Een CamperCastle van Roadsurfer. Extra ruimte was welkom, met Alfie mee en ook onze volwassen zoon Andert wilden we wel wat comfort. Roadsurfer heeft trouwens nog heel wat andere modellen, ideaal om een eigen avontuur te plannen. En leuk extraatje: onderaan dit artikel vind je een link waarmee je tot 22 september nog korting krijgt op je eigen campertrip.

Eerste stops: Persköp & Hafstens Resort

Onze allereerste stop in Zweden bracht ons naar Persköp. We vonden dit plekje toevallig op de app en via een telefoontje wisten het laatste vrije plekje te bemachtigen en dat bleek een schot in de roos. Ruime kampeerplaatsen, een klein idyllisch meertje vlakbij, en dat typische Zwedengevoel was meteen daar. ’s Ochtends maakte ik nog een korte wandeling door de buurt en kwam ik langs die schattige houten boshuisjes die je in films ziet. Instant Zweden-vibes.

Na die eerste geslaagde overnachting reden we verder naar Hafstens Resort, waar we twee nachten bleven. Dat is een grotere camping met zowat alles wat je kan bedenken: zwembad, activiteiten, speeltuinen… Maar wij kozen voor de meer afgelegen kampeerplaatsen, op twee grote grasvelden nét buiten de drukte. Luxe met een twist, want je hebt daar je eigen sanitair. En geloof me: ’s ochtends wakker worden met een kop koffie terwijl in de verte twee reetjes voorbij wandelen… dat vergeet je niet snel.

Ook de omgeving stelde niet teleur. Vanuit de camping vertrekt een wandeling naar de Havstensfjorden en Havstensklippan. Je kan kiezen: laag blijven langs het water of hoger de heuvels in. Wij gingen natuurlijk voor beiden en de beloning was een adembenemend uitzicht over het hele fjordengebied. Een stevige start, maar meteen de perfecte kennismaking met wandelen in Zweden.

Bohuslän, de verrassende kust van West-Zweden

We trokken verder richting de West-Zweedse kust, de streek die bekend staat als Bohuslän. Dit gebied loopt van Göteborg tot tegen de Noorse grens en combineert alles waar je als reiziger blij van wordt: charmante vissersdorpjes, rode houten boothuisjes, ruige rotsen langs de kust en een archipel die je eindeloos kan blijven bewonderen.

Eerlijk: voor onze roadtrip had ik nog nooit echt van Bohuslän gehoord. Tot ik in de krant een lijstje zag van tien Europese regio’s die nog relatief onontdekt zijn door toeristen. Bohuslän sprong er meteen uit, en vooral de beelden van de granieten rotsen langs de zee maakten dat ik dacht: daar moeten we naartoe. En zo werd het een logische stop op onze roadtrip.

Hier bezochten we drie bijzondere plekken: Lysekil, Smögen en Fjällbacka. Elk met hun eigen charme, maar allemaal typerend voor die heerlijke Bohuslän-sfeer.

Lysekil, de promenade langs de vissershuisjes

Onze eerste stop was Lysekil, waar we de Västerpromenade wandelden. Een pad van zo’n 4 km dat slingert langs de kustlijn en de rode vissershuisjes. Je start in de haven, wandelt via houten boardwalks langs het water en eindigt in het charmante centrum. Met de zon erbij was het gewoon genieten. Een korte wandeling maar met grootse uitzichten.

Smögen, kleurrijk & bruisend

Smögen is misschien wel het bekendste dorp van Bohuslän, vooral dankzij de iconische rij gekleurde boothuisjes die Instagram zowat hebben veroverd. En eerlijk: het is er net zo fotogeniek als je denkt. Maar… het is ook populair, dus in het hoogseizoen kan het best druk zijn. Het havengedeelte barst van de restaurantjes, winkeltjes en barretjes. Gezellig, maar druk.

Ons geheime tipje? Loop even door naar de rotsformaties achter het dorp. Daar begint een uitgestippelde wandeling (volg de witte paaltjes) die je over het graniet leidt, langs plekken waar mensen rustig zonnen of een frisse duik nemen. Daar ontdek je het échte Smögen, ruig, rustig en puur.

Fjällbacka, uitzichten & fika

We sloten Bohuslän af in Fjällbacka, een charmant kuststadje dat je misschien kent van de boeken van Camilla Läckberg. Wij parkeerden iets buiten het centrum en wandelden via een bosroute naar de hoger gelegen rotsen. Het uitzicht over de archipel was werkelijk fenomenaal; zee, eilandjes, boten, alles in één panorama. Daarna daalden we af richting het dorp en genoten we van een welverdiende fika aan de haven. Want zeg nu zelf: een kaneelbol met zicht op de zee smaakt toch altijd beter?

Op de grens tussen Zweden en Noorwegen - Elgåfossen

Met een beetje weemoed in het hart namen we afscheid van de kust van Bohuslän en trokken we het binnenland in. Omdat we zo dicht bij de Noorse grens zaten, besloten we een extraatje mee te pikken: Elgåfossen. (Fun fact: "fossen" betekent "waterval" in het Noors)

En dit is niet zomaar een waterval: hij ligt letterlijk op de grens. Je begint de wandeling in Zweden, steekt een brug over en eindigt in Noorwegen. Bovenop die brug kijk je recht in het kolkende water. En hoe speciaal is dit: op een bepaald moment zat ik op de Noorse oever naar Alfie te kijken, terwijl hij vrolijk in het water aan de Zweedse kant speelde. Grensoverschrijdend plezier, zeg maar.

Wie wil, kan ook afdalen naar de voet van de waterval. Daar vind je nog een paar korte wandelroutes én heerlijke plekjes om gewoon even stil te staan en te genieten. Absoluut een stop waard als je in de buurt bent.

Kamperen bij Sven in Värmland

Na ons Noors-Zweeds avontuur reden we door naar Värmland en ontdekten daar een bijzondere overnachtingsplek: Krokens GårdsCamping. Gastheer Sven was net in juli begonnen met zijn mini-camping en had de plek enkel op Park4Night gezet. En terecht: succes verzekerd.

Je zet je camper neer in zijn grote tuin, waar plek is voor maximaal drie campers. Uniek, rustig en met verrassend luxe sanitair (douchen voelde alsof je in je eigen badkamer stond). Naast de camping is er een typisch Zweeds loppis (tweedehands winkeltje) én een gezellig café waar we de lekkerste kaneelbullar hebben gegeten.

’s Ochtends kregen we er nog een extraatje bovenop: het geluid van een wild dier vlakbij. Wat het precies was, weet ik nog steeds niet, maar Sven had ons wel gewaarschuwd dat Alfie zeker aan de lijn moest blijven. Een beetje spannend, maar vooral een herinnering die deze plek onvergetelijk maakt.

Onderweg naar Camp Grinsby

Voordat we richting Camp Grinsby reden, maakten we nog een korte maar fijne tussenstop bij Håverud. Håverud is vooral bekend om zijn imposante sluizencomplex. Het heeft niet alleen een interessante geschiedenis, maar is ook vandaag nog een levendige plek waar van alles gebeurt.

Wij hadden geluk: net toen we er waren, kwam er een boot aan én een groep kanovaarders die door de sluizen naar beneden moesten. In vier etappes zakten ze langzaam af tot ze weer beneden op het meer dobberden. Een mooi schouwspel en zeker een aanrader als je in de buurt bent.

Daarna reden we verder naar onze geplande stop: Camp Grinsby. En eerlijk? Dat was even wennen. Na meer dan een week vol idyllische, stille plekjes belandden we ineens op een bruisende camping vol gezinnen, spelende kinderen en… ja hoor, een heleboel Belgen. De vakantieperiode was duidelijk nog volop bezig.

Gelukkig bleek Grinsby meer dan alleen een drukke camping. Het ligt namelijk in een prachtige natuurlijke omgeving, waardoor we toch snel weer onze rust vonden. Want dat is het mooie van Zweden: zelfs op de drukker bezochte plekken hoef je nooit lang te zoeken naar stilte, groen en ruimte.

Camp Grinsby, rust aan het Stora Bör

Na onze tussenstop kwamen we dan eindelijk aan bij Camp Grinsby, een camping die pal aan het prachtige Stora Bör-meer ligt. Alleen al de ligging maakt deze plek bijzonder. Aan de rechterkant van de camping vind je een klein hondenstrandje, officieel niet het ‘grote strand’, maar stiekem liggen hier wél de mooiste plekjes.

Vanaf daar vertrekken er twee korte rondwandelingen over kleine schiereilandjes. Pure rust: slingerende bospaadjes, kleine doorgangetjes naar het water en uitzichtpunten waar je gewoon even moet blijven staan. Voor mij waren dit dé plekjes van Grinsby. Ik wandelde er elke ochtend en avond, met de zon die langzaam opkwam of weer onderging boven het meer. Puur genieten.

Wandelen in de omgeving

Camp Grinsby biedt zelf ook een aantal wandelroutes aan, variërend van 2 tot 12 kilometer. Wij kozen voor de routes van 3, 5 en 12 km, en vooral die van 5 km sprong eruit. Een prachtige afwisseling van bossen, open stukken en vergezichten over de streek. Alles was prima aangeduid met bordjes en lintjes, dus verdwalen is hier geen optie.

Met de boot het meer op

Een van de hoogtepunten van ons verblijf was zonder twijfel het boottochtje op het Stora Bör-meer. Op de camping kan je een motorbootje huren, en dat hebben wij natuurlijk gedaan.

Je krijgt een kaart mee waarop de archipel van het meer staat, met tips van de receptie waar je het best kan gaan. Vooral de kleine eilandjes maken het magisch: sommige amper een grasstrook met een paar bomen, andere groot genoeg om even rond te dwalen. En daar: stilte. Echt helemaal niets. Alleen water, bossen en de rust waar Zweden zo bekend om staat.

Voor Alfie was dit een feest. In de boot wat onwennig, maar eens hij los kon op de eilandjes; rennen, spelen, plonzen in het water,  zag je hem helemaal opleven. En zoals dat gaat: als je hond zichtbaar geniet, geniet je zelf dubbel mee.

Het fijne van Grinsby

Behalve natuurpracht biedt de camping ook genoeg praktisch comfort: elke ochtend verse broodjes, en bijna elke dag iets lekkers op het avondmenu waar je je voor kan inschrijven. Er komen ook veel vaste Zweedse gasten, die deze plek elk jaar opnieuw kiezen. Eén van hen tipte ons zelfs op een avond: “Ga nu naar het meer, de maan is gigantisch groot.” En jawel, dat beeld, een volle maan die boven het water hing, houden we vast in ons geheugen.

Kortom: Camp Grinsby is meer dan een camping. Het is een plek waar je de rust echt voelt, waar natuur en kleine geluksmomenten de hoofdrol spelen. Voor ons was het de perfecte pauze in de roadtrip.

Uitstap vanuit Camp Grinsby: Bastnäs Car Cemetery

Tijdens ons verblijf op Camp Grinsby deden we één bijzondere uitstap: een rit naar de Bastnäs Car Cemetery, op een uurtje rijden van de camping, richting de Noorse grens. Alleen de rit ernaartoe is al genieten: kronkelende wegen, charmante dorpjes en dat typische gevoel dat rijden in Zweden altijd een feestje is.

Na een lange bosweg, waar hier en daar al mysterieuze autowrakken tussen de bomen opduiken, kom je aan bij een kleine parking. Vanaf daar stap je letterlijk een andere wereld binnen.

In de jaren ’50 en ’60 verzamelden twee broers hier honderden auto’s, en dat uit de hand gelopen hobbyproject is vandaag uitgegroeid tot een soort openluchtmuseum in het bos. Overal waar je kijkt: roestige autowrakken, deels opgestapeld, deels diep weggezakt in het mos. De natuur heeft ze langzaam maar zeker teruggenomen. Takken groeien dwars door carrosserieën, auto’s zijn bedekt met dikke lagen mos en hier en daar lijkt het alsof de wagens gewoon uit de bosgrond zijn gegroeid.

De sfeer? Een mix van filmset en sprookjesbos, met een tikkeltje mysterie. Je kan hier uren ronddwalen, en vooral fotografen halen er hun hart op. Elke hoek, elke auto vertelt een verhaal, of beter: laat je zelf het verhaal verzinnen.

Op het terrein staat ook nog een huis van de broers, inmiddels verlaten. Aan de zijkant hangt een boodschap: bezoekers zijn welkom, toegang is gratis, maar met een duidelijke oproep: “Kijk gerust rond, open gerust eens een autodeur, maar laat alles liggen zoals het is.” En dat respect voel je: deze plek blijft zo uniek omdat iedereen het met rust laat.

Voor ons was het een absolute highlight, net omdat het zo’n onverwachte en bijzondere plek is. Ben je in de buurt van Camp Grinsby? Doe deze uitstap. Echt. Je wandelt hier niet gewoon langs oude auto’s, je wandelt door een verhaal dat de natuur zelf schrijft.

Laatste week: Van Gullspång tot Ljungby

In de laatste week van onze drie weken durende roadtrip door Zweden werd het langzaam tijd om weer richting België te sturen. Maar niet voordat we nog een paar bijzondere plekjes meepakten.

Onze eerste stop was Gullspång Aråshult-camping, en wauw… wat een belevenis. De eigenaar is hier echt volledig losgegaan met zijn verzameling van de meest uiteenlopende attributen, waardoor je het gevoel krijgt dat je een openluchtmuseum betreedt. Toch zijn de kampeerplekken helemaal top: ruim, elk voorzien van een vijvertje of een priëeltje, en bij iedere plek een grillstand met vuurpit. Ideaal om ’s avonds lekker te barbecueën,  iets wat wij uiteraard niet hebben laten liggen.

Vervolgens stond ons wandelhart opnieuw centraal met bezoeken aan Tivedens Nationaal Park en Store Mosse Nationaal Park. Beide parken zijn een paradijs voor wandelliefhebbers. In Tivedens kregen we jammer genoeg een flinke regenbui over ons heen, misschien wel de enige van de hele vakantie, waardoor we onze wandeling moesten inkorten. Maar geen zorgen: ik kom zeker nog eens terug, want dit park is écht de moeite.

Tussen de twee parken door maakten we nog een onvergetelijke stop bij  Bisonfarm i Gate in Hjo, waar we overnachtten met uitzicht op de machtige dieren die rustig voorbij onze camper liepen. Inclusief restaurant waar je de lokale bizonburgers kan proeven, een aanrader voor wie hier langskomt.

Onze laatste halte was Ljungby, een klein en idyllisch meertje dat de perfecte afsluiter bleek van onze roadtrip. Zowel ’s ochtends als ’s avonds werden we getrakteerd op het prachtige schouwspel van kraanvogels die over onze camper vlogen. Een geweldig einde van drie weken Zweden, vol natuur, avontuur en onvergetelijke momenten.

En zo eindigt onze roadtrip door Zweden, drie weken vol onverwachte pareltjes. Wil je zelf ook zo’n reis ervaren, maar dan comfortabel met je eigen camper? Dankzij Roadsurfer kan dat makkelijk. Boek je camper vóór 22 september, dan kan je nog genieten van een speciale korting: 10% op jouw boeking met MAAIKE10. Wie weet ontdek jij binnenkort ook de magische hoekjes van Zweden. En misschien wordt het zelfs jouw onvergetelijke roadtrip!